Barokke splendeur van Gaasbeek in eer hersteld



Begin 17e eeuw (in 1615 om precies te zijn) werd graaf René de Renesse de Warfusée heer van Gaasbeek. De nieuwe kasteelheer had grootse plannen voor zijn domein. Als voorzitter van de Raad van Financiën, die de bezittingen van koning Filips IV in de Spaanse Nederlanden beheerde, leidde hij een leven van grote sier. Hij maakte daarbij gaandeweg zoveel schulden, dat al zijn goederen in beslag genomen werden. Tot overmaat van ramp compromitteerde hij zich door deel te nemen aan de ‘samenzwering van de edelen’ in 1632, die een einde wilde maken aan het Spaanse bewind. Warfusée werd resoluut verbannen en vluchtte naar het onafhankelijke prinsbisdom Luik, waar hij ook nog wat optrekjes bezat.
Maar ook daar werkte hij zich in nesten. Hij won er het vertrouwen van de populaire en francofiele burgemeester Sébastien La Ruelle, een opponent van de prins-bisschop, die in het hispanofiele kamp zat. Warfusée verstrikte zich in zijn eigen netten toen hij als dubbelspion begon te intrigeren en de burgemeester bij zich thuis uitnodigde voor een diner op 16 april 1637. Aan het einde van de maaltijd verscheen er plots een groep Spaanse soldaten in de eetzaal, die de burgemeester prompt vermoordden.


Noël Natalis, 'Het lijk van Sebastien La Ruelle', 1637 

Horror en idylle

De bevolking van Luik bestormde daarop de woning van Warfusée, die compleet verwoest werd. De onfortuinlijke graaf werd ter plaatse omgebracht, zijn lijk werd door de straten van de stad gesleept en gedurende twee dagen op de markt opgehangen om daarna, in stukken gesneden, verbrand en in de Maas geworpen te worden. Een heuse horror story. Hendrik Conscience greep ernaar terug in zijn roman De burgemeester van Luik uit 1865.

Toen het hem nog voor de wind ging, vatte Warfusée een ambitieus plan op voor zijn kasteelpark, dat hij wilde verfraaien met een aantal spectaculaire gebouwen en landschapsarchitectuur in de nieuwste stijl: de barok. Zo ontstond een onwaarschijnlijk geheel, waarvan de beschrijving ook vandaag nog tot de verbeelding spreekt:
‘Uytnemende schoone ende rare wandelinghen tusschen hagen ende dreven met linde-boomen beplant, een magnificken dobbelen ghemetsten trap, eene ovale ghemetste gloriette of somer-salette van binnen versiert met schoone verheven wercken, een tuyn met kamerckens om te verkoelen, een vijver met schoone vierkante cabinetten met loopende fonteynen, verciert met grotten en diverse rare figuren, …’

Barokpaviljoen krijgt prijs van Koning Boudewijnstichting voor restauratie stucplafond
Van heel dit feeërieke concept blijven vandaag nog drie getuigen overeind. De majestueuze Franse tuin of terrastuin, in feite geïnspireerd op Italiaanse modellen uit de periode van het maniërisme, springt het meest in het oog. Het barokpaviljoen, een precieus zomersalon in bonbonnièrevorm, maakt vooral indruk met zijn unieke stucwerkplafond, wellicht ontworpen door Italiaanse kunstenaars, die er een verbluffend ensemble creëerden rond het verhaal van Phaëton, gebaseerd op één van de metamorfosen van Ovidius.
Stucplafond  voor en tijdens restauratie, 2019, Altri Tempi, foto Tess Thibaut
Fragment uit stucplafond, na restauratie, foto Tess Thibaut

 foto's  Tess Thibaut
 
Het Barokpaviljoen, stucplafond en omliggende trappenpartij werden vorig jaar gerestaureerd en kregen daarvoor de Hans Vredeman de Vriesprijs - Louise Vanden Bulckefonds van de Koning Boudewijnstichting. 


Een derde creatie van Warfusée is de barokke Sint-Gertrudiskapel, rond 1625 gebouwd op een ouder heiligdom, met aan de voet ervan een bron die de kasteelvijvers voedt. De restauratie van dit gebouw wordt dit najaar voltooid. Pronkstuk ervan is het altaarstuk dat door Warfusée, die een big spender was, besteld werd bij de Antwerpse schilder Gerard Seghers, die na Rubens’ dood gold als de bekendste en rijkste kunstenaar van zijn tijd. 



Een hedendaags glasraam voor de Sint-Gertrudiskapel

In het kader van de restauratie van de kapel wordt het grote roosvenster boven het inkomportaal vervangen door een nieuw glasraam. Het ontwerp werd toevertrouwd aan de eveneens Antwerpse schilder Ben Sledsens die intussen internationaal gewaardeerd wordt voor zijn kleurrijke werk, waarin speelsheid en ogenschijnlijke naïviteit gecounterd worden door vervreemding en soms donkere romantiek.
Ontwerptekening van Ben Sledsens

Binnenin wordt de kapel gekenmerkt door vier balkons, waardoor het mogelijk zal zijn er in de nabije toekomst ook te experimenteren met meerstemmige vocale muziek. En als trouwlocatie wordt dit poëtische, diep in het park gelegen gebouw beslist een droomplek.





HALLE - 97 woningen Windmolenveld

In Halle wordt veel  gebouwd. Een project dat tot  vandaag enigszins onder de radar bleef is "Windmolenveld" van Woonpunt Zennevallei. Het is een uitbreiding van de wijk Windmoleken met 97 woningen, een woonproject voor de vzw Okkernoot, een "Seniorie" en een ondergrondse parkeergarage.
 
©KPW architecten
Via deze link kan je er  al eens mee kennis maken.

©KPW architecten


In de toekomst kan ook de zone tussen het nieuwe stadsmagazijn en de industriezone van Stroppen nog met woongelegenheid bebouwd worden. In een niet al te ver verleden werd die optie in kringen van het toenmalige stadsbestuur  wel geuit.

HALLE - Vlasmarktdreef blijft open voor autoverkeer

Op de jongste gemeenteraad (juni 2020) stelde  raadslid Marc Demesmaeker  voor om de Vlasmarktdreef, de  makkelijkste toegang tot het Hallerbos,  af te sluiten voor autoverkeer vanaf de Nijvelsesteenweg. Mobilieitsschepen Bram Vandenbroecke ziet verschillende hindernissen en bracht ook de mogelijke bouw van een Ecoduct  ter sprake. (N.v.d.r. : die laatste is waarschijnlijk een  lange termijn ambitie).


De Mesmaeker argumenteerde als volgt: "Het Hallerbos heeft door de coronamaatregelen kunnen genieten van relatieve rust. Het bos heeft daar zichtbaar deugd van gehad. Lange tijd bleef de Vlasmarktdreef afgesloten voor gemotoriseerd verkeer, ook toen elders de toegangen al weer versoepeld waren. Zo werd het stilaan een gewenning: we laten de auto achter aan de rand van het bos en gaan te voet verder, of met de fiets. Geen probleem, want de rust en de stilte, daar genieten we nog net iets intenser van. 

© hallerbos.be  Toegankelijkheid Hallerbos voor gemotoriseerd verkeer  wordt al geruime tijd systematisch ingeperkt.

De gewenning werd een goede gewoonte. Maar sinds afgelopen weekend kunnen auto’s weer de Vlasmarktdreef in. Hij reikt tot diep in het bos tot aan de Achtdreef. Voor het welzijn van het Hallerbos zou het zeker aangewezen zijn om gemotoriseerd verkeer voorgoed te weren. Zeker in het vooruitzicht van de realisatie van een ecoduct. Daarom is het misschien toch jammer dat er geen gebruik gemaakt is van de uitzonderlijke coronatijd om de nieuwe gewoonte te bestendigen en een nieuw inzicht te doen rijpen: dat auto’s aan de rand van het bos horen, niet er in, en dat het bos en wijzelf daar alleen maar voordeel uit halen.

Daarom de vraag naar de reden waarom de Vlasmarktdreef niet definitief werd afgesloten voor autoverkeer. Is er daartoe niet overwogen en wat zijn de redenen waarom anders is besloten?

Schepen van mobiliteit Bram Vandenbroecke ziet dat niet meteen zitten: " Uw vraag is zeer begrijpelijk en leeft ook bij ons. De reden waarom de Vlasmarktdreef tot hiertoe nog niet definitief afgesloten werd voor autoverkeer, is dubbel.

De eerste is omdat we vooraleer zo’n beslissing te nemen natuurlijk in overleg moeten gaan met de beheerder van het bos. Ook voor hen waren het drukke tijden en dit overleg is tot op heden nog niet kunnen doorgaan. Ten tweede moet deze beslissing weloverwogen gebeuren. 

We zien op dit moment nog openstaande problemen op het  vlak van toegankelijkheid. Ik denk hierbij specifiek aan de maandelijkse mindervalidentoer die aan  Achtdreven start en in het algemeen aan mindervalide bezoekers van het bos en gezinnen die met een kinderkoets door het bos willen flaneren. Deze mensen zijn op zoek naar voldoende verharde wandelpaden die verbonden zijn met de parkings.

Ten derde moet er ook voldoende parkeerplaats zijn in de nabijheid van het bosmuseum.

De beslissing moet weloverwogen worden genomen en ook met de nodige toekomstvisie. Idealiter is een ecoduct hier het finale sluitstuk van. Het Vlaams Gewest onderzoekt momenteel in overleg met de stedelijke diensten de mogelijkheid om een ecoduct over de brug over de R0 te plaatsen. Dit plan kadert in het Plan Boommarter. Dit ecoduct moet beide delen van het Hallerbos korter bij elkaar brengen en de band  tussen Lembeekbos (en ruime omgeving) en Maasdalbos met het grootste deel van het Hallerbos verstevigen. In geval van de komst van de viaduct zou het afsluiten van de Vlasmarktdreef een logisch gevolg zijn.  

Maar daar hoeven we ons inziens niet op te wachten. Ecologisch zou het afsluiten van de Vlasmarktdreef immers een enorme meerwaarde zijn. Van zodra we de bovenstaande punten opgelost hebben, kunnen we verdere stappen vooruit zetten om de Vlasmarktdreef voor autoverkeer af te sluiten."

Conclusie: alle mogelijkheden liggen open.


HALLE - 48 nieuwe woongelegenheden aan de Wielewaallaan


Een grote woningbouwfirma mag aan de Wielewaallaan op Sint-Rochus alles samen 48 nieuwe woongelegenheden  optrekken.


©RNZ

Een eerste fase van 17 panden is reeds volop in uitvoering.  In de loop van de maand mei 2020 heeft het schepencollege een tweede omgevingsvergunning afgeleverd voor nog eens 31 kavels. Het is niet bekend of dit nieuwe project  enig bezwaar heeft opgeleverd bij de Bestendige Deputatie van de provincie Vlaams-Brabant.

HALLE - Parkeerterrein weg - Laatste fase Elisapark?

Attente  voorbijgangers hebben het al opgemerkt: het parkeerterreintje aan het kruispunt Biezeweide - Sint-Rochus - Albertstraat behoort ook tot het verleden. De ruimte is ingenomen door het project Elisapark dat de laatste woongelegenheden daar gaat optrekken.

Hierbij enkele beelden van de huidige toestand, met  vandaaruit nog een zicht op het parkje van Elisapark dat net voor de gemeenteraadsverkiezingen werd "ingehuldigd"  middels het planten van een boom. Op de achtergrond zie je hoe de laatste appartementsblokken worden afgewerkt. Nu  dus nog de kant Biezeweide. Alle ruimte is blijkbaar  benut.


©Alle Foto's: RNZ



HALLE - Hallo, verbinding verbroken

Aan de Arkenvest in Halle  wegen de laatste loodjes het zwaarst. Verbinding met Belgacom - Proximus verbroken. Eén povere gevel blijft rechtstaan.

Draai dus nooit meer  zeven negen zeven twee nul vier. Long distance information, give me  Memphis Tenessee.  Gaston, y a télephon qui son mais y a jamais person qui répond.





©RNZ

HALLE - Skaten met of zonder bescherming

Het skatepark  van Halle wordt druk  gebruikt. Met of zonder de verplichte beschermingsattributen?  Duidelijke verschillen in de interpretatie van het stedelijk reglement.

©RNZ Benjamin Swalens ergert zich aan gebrek aan de verplichte beschermende kledij op het Halse skatepark
 
N-VA-raadslid Benjamin Swalens stelt zich vragen bij de gevaarlijke situatie op het skatepark De Bres. Het overgrote deel van de gebruikers draagt onvoldoende beschermende kledij. Nochtans is het dragen van hoofd-, knie-, pols- en elleboogbescherming verplicht. Dat staat zo in het reglement dat door de gemeenteraad is goedgekeurd. Hij kaartte de problematiek aan op de gemeenteraad maar is ontgoocheld in het antwoord van het schepencollege. Deze vinden het afdwingen van de veiligheid op het skatepark niet echt een prioriteit.

“De stad weet dat de regels niet gevolgd worden maar het schepencollege aanziet het niet als een prioritair probleem. Vreemd want in het reglement verbindt de stad zich er ook toe de toepassing van het reglement af te dwingen door fysieke controle of camerabewaking. Maar dat gebeurt niet. Er is geen controle, er was er zelfs geen toen het skatepark na corona heropende onder toezicht. Men had de toezichter niet de opdracht gegeven de jongeren aan te spreken op het gebrek aan beschermende kledij. Dat was nochtans een kleine moeite. Deze lakse houding van de stad creëert een potentieel gevaarlijke situatie. Eén slechte val kan een blijvend letsel veroorzaken waar de skater de rest van zijn leven last van heeft”, zegt Benjamin Swalens.

De stad zelf wil inzetten op sensibiliseren en opleiding. “Op zich geen slechte zaak maar dit komt te laat. De vakantie begint binnen enkele dagen. Hoe gaat de stad dan nu nog eens ensibiliseringscampagne opzetten?”, vraagt Swalens zich af. Hij stelt voor meer te controleren ter plaatse en de jongeren aan te spreken op hun gebrek aan bescherming. “Men hoeft niet direct te beboeten. Men kan gewoon de jongeren zonder beschermkledij verplichten de piste te verlaten tot ze in regel zijn,” besluit Swalens.


Het antwoord van schepen van jeugd Dieuwertje Poté (CD&V) zoals het in een  persbericht verspreid is:

Raion VZW is de partner die voor ons toezicht gehouden heeft bij de gedeeltelijke heropening van het skatepark aan de Bres. Deze partner kreeg een specifieke opdracht in het kader van de coronamaatregelen. De opdracht van Raion werd dan ook als volgt omschreven: (i) registratie van de aanwezige skaters doen in functie van contacttracing, (ii) erover waken dat de maximumcapaciteit niet overschreden wordt, (iii) een doorschuifsysteem voorzien als het te druk wordt en (iv) regelmatig terugkoppelen naar de stad over al deze zaken. Het was dus niet de taak van deze partner om erop toe te zien dat skaters bescherming droegen. Raion heeft hun taak uitgevoerd zoals wij hebben gevraagd.

Maar dat neemt niet weg dat de vraag over het dragen van beschermende kledij terecht is. We hebben die voorwaarde begin dit jaar om goede redenen  opgenomen in ons reglement, namelijk om skaters te beschermen en over hun welzijn en gezondheid mee te waken.

Als wij deze bepaling uit ons reglement zelf evalueren, dan zien we dat vooral jongere en minder ervaren skaters een hele set bescherming dragen. Helmen zien we in het algemeen meer opduiken, ook bij de meer ervaren en oudere skaters.

De controle op de toepassing van het reglement gebeurt door de politie, stadswachten en ambtenaren die bevoegd zijn om GAS boetes uit te schrijven. De toepassing van deze clausule uit het reglement wordt niet voortdurend of systematisch gecontroleerd, maar wel wanneer we signalen krijgen dat er zich problemen stellen. Zo houdt de politie bijvoorbeeld regelmatig een oogje in het zeil op het skatepark, maar eerder om overlast op tijd te kunnen capteren en niet zozeer als controle op het dragen van beschermingsmateriaal. De stad en de politie hebben op dit moment niet decapaciteit om hier voortdurend controle op te doen via cameratoezicht. Vanuit de stad lijkt het ons op dit moment ook niet de belangrijkste prioriteit om hier camera’s op in te zetten. Die gebruiken we bij voorkeur voor het opsporen van sluikstorters, bij andere afvalproblematieken of in het verkeer, waar de noden
prangender zijn. We kunnen dit standpunt natuurlijk bijsturen als er meer camera’s ter beschikking zijn.

  Wanneer we als stad zelf skatelessen of skatekampen organiseren, dan controleren we natuurlijk wél dat er altijd de nodige bescherming wordt gedragen. We hebben als stad ook een belangrijke sensibiliserende rol. Ik ben zeker bereid om daar de komende jaren verder op in te zetten, bijvoorbeeld door een actie te houden aan het skatepark en skaters op het belang van voldoende bescherming te wijzen of door er een speciaal lesmoment rond te voorzien in onze kampen. Ook vanuit de partners waarmee we samen initiatieven nemen voor skatekampen of skatelessen wordt het signaal gegeven dat beschermende kledij een must is om veilig te skaten. Ik zeg dus niet dat dit geen prioriteit is, maar we verschillen duidelijk van mening over de beste aanpak: u wil de skaters beboeten als ze niet alle beschermende kledij dragen, maar ik denk dat het op dit moment nog veel efficiënter is om via gerichte acties en via de lokale skate community skaters beschermende kledij te laten dragen.



Vaak gelezen

Actueel

Kapelletjes in Beersel